Met dank aan Rein Rovers en Fred van Kolck
Gevonden in een oude schoenedoos...
De Boze Wolf en de Zeven Cabrietjes.
Er
leefde eens zeven Cabrietjes met hun ouwe moer in een hut in een bos,
vol met stokken en met bladeren er an.
In dat zelfde bos woonde een gepensioneerde ouwe wolf.
Op een dag, na het middagschaften, ging ma Cabriet met de eerste sloep naar
de wal.
Voor ze vertrok hield ze alle hens.
Ze zei tegen haar anaks: "Jongens, jullie weten dat die ouwe lul van
een wolf, jullie op wil kanen, nou moet ik even naar de Rommel-Chinees om een
paar sportwitjes te verpatsen, anders hebben wij van de week houten bek
zuipe, dus kijk uit je doppe en laat dat kreng niet binnen".
Zo gezegd zo gedaan. Ma verdween, en de oudste zoon hees de derde vervang.
De Wolf ook niet gek, had zijn vlaggen met betekenis geleerd en zag dat de
ouwe van boord was. Hij verliet zijn uitknijp hoekie en ging naar de Cabrietenhut, om een paar van die
Cabrieten in zijn kanaal te persen.
Hij belde aan en zei: "Ik ben het, je ouwe moer,,,,"
"Steek je stuurboords-kak maar door de kier van de waterdichte deur,
kenne we zien of je het werkelijk bent", kreeg hij als antwoord.
De Wolf, die niet op zijn achterhoofd was gevallen , dacht: "Als ik dat
doe, zien ze dat ik mijn klauwen niet gewassen heb voor 't schaften en trok
aan zijn platpalen. Hij ging daarom naar de kroeg om een potje te kopen.
Terwijl hij zat te hijsen,kwam hij een maatje (ex-bottelier) tegen. Hij
kreeg een idee, voerde de bottelier muf en jatte de sleutel van diens
meelwerkplaats. Daar aangekomen stak hij zijn poot in het meel en ging weer
naar huize. "Zie ik je vanavond nog?"
Enfin,
wat er toen ging gebeuren kennen we uit onze kinderjaren. De geiten hadden
in die tussentijd, het op een zuipe gezet en waren straal bezopen, alleen de
jongste was nog tamelijk nuchter.
Toen de Wolf binnenkwam, schoot hij met een rotgang de toko in en sloot zich
op bij het bier, wat nog over was. De Wolf vrat de 6 overigen in een hap op,
het was altijd al een aasgier geweest, en ging weer naar zijn eigen stekkie.
Daar aangekomen zoop hij nog een fles jajem leeg en ging tidoeren.
De moeder Cabriet kwam, met een liederlijk stuk in der kont, met de laatste
trein terug. Ze vond de deur open en was op slag nuchter. Na het verhaal van
de jongste te hebben gehoord, gingen zij de Kajoe halen. Die nam een bijl
mee en ging naar de hut van de Wolf, die heerlijk op zijn tampatje lag te
snurken. Hij hakte zijn kop af en hup,... Daar sprongen de zes geiten naar
buiten.
Moet ik nog verder vertellen?
Wel, die
avond werd een drankorgie op touw gezet.
(Zij hadden een stel hippe lammeren uitgenodigd en een ouwe bok)
en verder was er een hoop Saté -Wolf aan de bak.
W. E. I. ANDERS.