Waar gebeurd?

Onderstaand verhaal hoorde ik  (Fred van Kolck) afgelopen juni vertellen aan de bar van het Marine Watersportcentrum Brakkeput (Curaçao).

   

Ergens tweede helft van de jaren 70 lag de Nautilus (haven duikvaartuig) afgemeerd op haar vaste stek op Harssens. De gezagvoerder was toen een opperschipper uit Zeeland. Zijn naam zal ik hier niet noemen maar een goede verstaander heeft aan een half woord voldoende! Zo iets van “koe ka roe ka koe” en waterbasis Biak!

Op een mooie dag lagen er s’avonds aan de andere kant van de steiger een aantal zeeschepen van Rijkswaterstaat afgemeerd. Er was namelijk een personeelsdag geweest voor de ambtenaren en na een dagje op zee zou er s’avonds nog een besloten feest gegeven worden aan boord van de schepen. Het was een prachtige avond en onze schipper liep over de steiger waarbij hij de aandacht trok van een aantal personen aan boord van de Rijkswaterstaat schepen. Of hij geen zin had om ook op het feest te komen en wat versnaperingen te nuttigen. Nou daar had hij wel oren naar. Want hij had er net al een paar achter de kiezen en enkele meer daar had ij geen bezwaar tegen. Hij lustte hem namelijk erg graag. Diegenen onder ons die hem kennen zullen dit kunnen beamen.

Snel terug naar de Nautilus om om te kleden. Dit dus in uniform compleet met sabel. Overigens was ik alleen met hem aan boord. Of ik hem per rubberboot even wilde omvaren naar de schepen van Rijkswaterstaat. Ik vroeg hem wat de zin hiervan was omdat hij alleen maar de steiger hoefde over te steken en binnen enkele minuten zo aan boord kon wandelen. Maar nee geen tegenspraak: “hij was opperschipper bij de Koninklijke Marine en daarnaast ook nog eens gezagvoeder van Hr. Ms. Nautilus”. Dus zijn entree zou en moest in stijl plaatsvinden. En aangezien er al wat versnaperingen waren genuttigd stemde ik er maar in toe. Voor diegene die weten om wie het gaat weten ook welke bijnaam hij had. En weten dus ook dat tegenspraak problemen kon opleveren. Sterker nog, volgens mij had hij niet eens een andere voornaam.

Ik dus in werkpak en de schipper in vol ornaat in de rubberboot.Of ik ook geen zin had om mee te gaan naar het feest.

“Nou nee, liever niet!” Want ik had namelijk al gezien dat het behoorlijk uit de hand begon te lopen aan boord van de Rijkswaterstaat schepen. Niet dat hij mij nou mee vroeg uit sociale gedachten. Nee hoor.Hij had vervoer terug nodig.

In stijl heen dus ook in stijl terug. Bij de Rijkswaterstaat schepen aangekomen klom hij tegen de reling omhoog aan boord. Maar niet voordat hij het brandstoftoevoerslangetje van de buitenboordmotor er af trok en in zijn zak stak. Met de  benzine druipend uit zijn uniformzak stapte hij aan boord. Een vonkje was genoeg om de feestavond abrupt in Beverwijk te laten beëindigen.

Er zat voor mij niets anders op dan achter hem aan te gaan en via de valreep en steiger weer terug te gaan naar de Nautilus. Maar dat viel niet mee. Inmiddels was het al bal bij Rijkswaterstaat en enkele “oudere dames” liepen al in enigszins beschonken toestand achter de collega’s en bemanning aan te jagen. Laat hierbij je fantasie maar de vrije loop!  Allen lieten zich het overigens welgevallen. Je bent immers een dagje uit en Den Haag is ver weg!

Via slinkse omwegen en afschud acties is het mij gelukt om heelhuids van boord af te komen. Terug op de Nautilus maar gaan slapen en nergens meer aan gedacht. Tot dat ik diep in de nacht wakker werd van “klonk” geluiden tegen de scheepshuid.

Wat vreemd dacht ik en ging eens kijken wat er aan de hand was. Wat schetste mijn verbazing toen ik een opperschipper van de Koninklijke Marine in vol ornaat met sabel met rubberboot achter zich in het water zag liggen. Wat was er gebeurd?

Onze vriend had zich op de feestavond te goed gedaan aan alles waar maar alcohol in zat. En met het gezegde in het achterhoofd dat een alcoholist in de burgermaatschappij een gezellige mee drinker is bij de marine was hij niet meer weg te slaan op het feestje. Daarom heeft de bemanning van de Rijkswaterstaat hem s’ nachts bij het schoonschip maken maar in de rubberboot gegooid en het touwtje er maar achteraan. Hij was immers met de rubberboot gekomen en zou er dus ook wel weer mee weg gaan. Op zich geen verkeerde gedachten. 

Eenmaal in de rubberboot werd de geest schijnbaar weer wat helderder. De buitenboordmotor moest gestart worden. Anders kon het wel eens heel lang duren voordat hij uit zich zelf langszij de Nautilus zou komen. Alleen was echter de geest niet echt helemaal helder te krijgen. Het starten van de buitenboordmotor lukte na enige tijd nog wel. En ook een stukje wegvaren ging ook nog. Maar na enige tijd sloeg de buitenboordmotor af. Verwoeste pogingen om hem opnieuw te starten wilde maar niet lukken. Wat was het probleem! Onze vriend had nog wel de tegenwoordigheid van geest om de brandstoftoevoerslang terug te plaatsen. Echter vanwege de dichte mist achter zijn ogen werd deze in de verkeerde stroomrichting geplaatst. De benzinetoevoer hield er dus vanzelf mee op. Het ontdekken, laat staan verhelpen, van dit probleem was niet meer aan hem besteed. 

Inmiddels dobberde de rubberboot al midden op Nieuwe Haven! Lands eigen zwaar bewaakte oorlogshaven. Daarnaast begon ook nog eens het uitgaande tij. En de rubberboot begon zich al richting havenhoofden te begeven richt Wadden- en uiteindelijk de Noordzee.Wat te doen voor deze “arme” opperschipper. Er was maar een oplossing en dat was overboord springen en met de rubberboot achter zich aan naar de Nautilus toe zwemmen. Wat dus uiteindelijk en wonderbaarlijk ook nog lukte ook. Dit alles zonder dat ook maar iemand er iets van heeft meegekregen. Wetende dat dit alles zich afspeelde onder de ogen van het Havenkantoor en Seinpost en de patrouilles van het MBK

 

Waar gebeurd? Ja hoor!

Want ik was erbij!!

Terug         
Home
 
Schrijf een bericht in het Nautenboek

Bekijk hier mijn nautenboek