Tante Annie
De
kinderen van een lagere school krijgen les over 'moraal'.
Ze krijgen de opdracht om thuis aan hun ouders te vragen een
verhaal te vertellen waaraan een moraal hangt. Wanneer ze terug in de klas
komen,
mogen ze vertellen wat ze gehoord hebben.
Mieke vertelt : "Mijn ouders zijn
kippenboeren, ze hebben een legbatterij.
Op een dag hadden ze in de auto een mand eieren staan. Ze reden over een
grote
bobbel in de weg, waardoor de eieren braken."
De moraal luidt: "Wees zeer voorzichtig met fragiele voorwerpen."
Elsje vertelt : "Mijn ouders hebben ook een kippenboerderij, maar zij
kweken kuikentjes.
Op een dag hadden ze wel twintig eitjes. Ze verwachtten dus ook twintig
kuikentjes.
Ze verzorgden de eitjes heel goed, maar er zijn er maar vijftien van
uitgekomen."
De moraal luidt: "Tel je kuikentjes pas als ze zijn uitgekomen."
Dan vraagt de juf aan Ellen: "En hebben jouw ouders ook een verhaal
verteld?"
"Ja", antwoordt Ellen, "mijn papa heeft ons verteld over zijn
zus, tante Annie.
Onze tante Annie woont in Amerika en is daar bij het leger. Ze is piloot bij
de luchtmacht en
heeft meegevochten in Irak. Op een dag werd haar vliegtuig geraakt en moest
ze springen.
Het enige wat ze bij zich had was een fles whisky, een machinegeweer en een
zakmes.
Terwijl ze aan haar parachute bungelde, dronk ze de fles whisky leeg want
dan was ze die
alvast kwijt. Toen ze beneden kwam, werd ze omsingeld door wel zeventig
Irakezen.
Ze pakte haar machinegeweer en schoot er vijftig van neer, toen waren haar
kogels op.
Met haar zakmes kon ze er nog vijftien doden, toen brak het mes af.
De vijf laatste heeft ze met haar blote handen gedood."
De juf kijkt Ellen ontdaan aan en vraagt na enige stilte:
"En heeft je papa je ook een moraal bij dat verhaal verteld?"
Ellen antwoordt: "Jazeker juf."
Het moraal is: "Je kunt maar beter uit de buurt van tante Annie
blijven als ze gezopen heeft.