Om de kerk een beetje te
restaureren, heeft meneer pastoor bouwvakkers laten komen. Alles verloopt
naar wens, tot zuster Ursula verneemt dat deze bouwvakkers tijdens het
middagmaal hun boterhammen verorberen zonder een gebedje op voorhand. Dat
kan zo niet langer dacht zuster Ursula, en ze besloot de volgende dag, samen
met haar boterhammen, eens te gaan zeggen aan onze bouwvakkers hoe het dan
wel moet.
volgende dag vertrekt zuster Ursula met haar knapzak naar de bouwvakkers en
om 12 uur stipt komt zij aan de kerk aan. Maar helaas, de werkmannen waren
vandaag al eerder in hun lunchpakket gevlogen.
Stom van verbazing krijgt zuster Ursula bijna een
beroerte als ze ziet hoe gretig de bouwvakkers aan het eten zijn. Toch
krijgt ze iets over haar lippen en zegt: "Maar mannen, dat kan toch zo niet,
denken jullie dan nooit aan Jezus Christus?" De werkmannen kijken elkaar aan
en vragen aan elkaar: "Ken jij Jezus Christus? Ken jij die?" Iedereen zit
met zijn mond vol tanden, tot op een gegeven moment de ploegbaas eraan komt
gestrompeld.
"Hey baas, ken jij Jezus Christus?"
"Nee", zegt de baas, "Waarom?"
"WEL ZIJN WIJF STAAT HIER MET ZIJN BOTERHAMMEN!"