Vertaling van Marine bewoording in de verhaaltjes:
Cabrieten of Kabrieten = Geiten in dit geval ook Bokjes
Eerste sloep naar de wal = Als schepen ten anker liggen op de
rede ga je met een sloep naar de wal die ging een keer per uur ook op een
walplaatsing werd deze traditie in ere gehouden en mocht je eens per uur weg,
als je tenue tenminste in orde was anders kon je het een uur later nog eens
proberen.
Alle hens = Samenroepen van de bemanning om belangrijke
mededelingen te doen.
Baksgewijs = Eigenlijk ochtend appèl.
Arrestkist = de plaats of kist waar losslingerende spullen opgeslagen werden die dan tegen geringe vergoeding terug gehaald konden worden, een keer per half jaar werden de niet opgehaalde spullen per opbod verkocht.
Anaks, Anakken = Kinderen
Kanen = Eten of de kaan is de schipper (chef der Equipage)
Sportwitjes = Wit T-shirt waarvan de mouwen en de nek met blauwe rand zijn afgezet.
Houten Bek = als je iets niet krijgt of te laat ergens voor bent b.v. eten.
Derde vervang = Is een wimpel die aan boord gehesen wordt als de Commandant niet aan boord is.
Uitknijp hoekie = is een plek waar je, je ontrekt aan de werkzaamheden.
Zijn kanaal = mond, keel
Ouwe moer = moeder
Stuurboords - kak = rechtervoet/been
Waterdichte deur = De marine schepen zijn verdeeld in compartimenten die afzonderlijk waterdicht af te sluiten zijn dit gebeurd met zo'n deur.
Trok aan zijn platpalen = Ging er vandoor.
Potje = Biertje
Maatje = Vriend
Bottelier = De slager en beheerder van de voeding.
Muf of kutje muf = bezopen
Toko = verkoopplaats van bier en andere lekkere dingen.
Tidoeren = Slapen.
Stuk in der kont en/ of reet = straal bezopen.
Kajoe = Timmerman.
Tampatje = bed.
Vette pijp = dikke lul.
Platkakken = platvoeten
Kak = voet
Peren = zuipen
Rampokte = jatte
Gakken = zo veel mogelijk drinken en /of eten zo snel mogelijk
Huppelwater = voor de wandelaar vieux
Mabok = dronken.
Klus = Hoofd
Baks of Baksmeester = De ongegradueerden schepelingen werden ingedeeld in bakken waar dan de Baksmeester de leiding over had.
Sepatoes = schoenen.
Ketelaar = die ergens later voor komt b.v. het eten als hij dit
van te voren kenbaar heeft gemaakt is er wat apart gehouden zo niet dan jammer.
We zij zuur = Dat ze je te pakken hebben, ook een gezegde voor als er iemand geslachtziek is
Appa loos = wat is er
Pintoe = deur,
Toetoep = wit
Harpstijf = stokstijf
Bakkies = streken
Hondewacht = de wacht van 00.00 tot 04.00 uur
Joelen = Gebeurd Met Koninginnedag tijdens alle hens dan wordt er drie keer door iedereen hoezee geroepen en tevens met de pet gezwaaid.
Veer in je pet = een metalen veer die de pet mooi strak houd, de pet overigens waar het lint in zit waar koninklijke marine op staat heet muts.
Pendek = onderbroek
Handen schoon blazen - gebeurd op de bootsmanfluit 5 minuten voor vast werken is een teken om de spullen op te ruimen.
Aftrap wolf = einde wolf
Kooien af = Dan mag je naar bed.
Vlag neerhalen = de vlag gaat bij zonsondergang neer ( behalve varend dan blijft hij dag en nacht hangen) en wordt niet gestreken zoals veel NUKUBU'S vaak zeggen.
Avondrond = de ronde die de officier van de wacht loopt 's avonds om 09.00 uur om te zien of alles rustig is.
Dit is dan een vertaling voor de mensen die ons taaltje niet begrijpen.